Keizer Jozef II en het Tolerantie-edict: de context

In veel Oostenrijkse schoolboeken worden de daden van de Heilige Roomse keizer Jozef II (1741-1792) besproken. Hij was een van de meest radicale hervormers uit de periode van de Verlichting. In een van de schoolboeken staat dat Jozef II zich verzette tegen de acties van vroegere heersers van Oostenrijk, omdat deze vastbesloten (vastberaden) katholieke heersers de protestanten vaak hadden gedwongen om zich te bekeren of om het land te verlaten. Jozef II was vooral tegen de gedwongen bekeringen van protestanten tot het katholieke geloof. Hij vertegenwoordigde een van de centrale ideeën van de Verlichting: die van de vrijheid van godsdienst en geweten. In 1781 publiceerde Jozef II een wet op religieuze tolerantie, het 'Tolerantie-edict’, dat zeven artikelen bevatte. Daarin presenteerde hij de principes (beginselen) van tolerantie voor het protestantse en orthodoxe geloof, en hun positie ten opzichte van het katholicisme dat de staatsgodsdienst was. In 1782 werden deze principes ook uitgebreid voor de joden.
Waarom worden alleen in Oostenrijkse handboeken de daden van Jozef II uitgebreider besproken, terwijl in Duitse handboeken de daden van Frederik II worden besproken?