Vikingen: Discriminatie en marginalisatie

De Vikingen stonden bekend om hun meedogenloosheid (hardheid) en kracht bij het aangaan van gevechten tegen hun vijanden. Na hun overwinningen legden ze zeer snel discriminatie en marginalisatie op over de veroverden. Met marginalisatie wordt bedoeld: ervoor zorgen dat een bepaalde groep minder belangrijk of invloedrijk werd. Een zeer duidelijk voorbeeld is de verovering van Engeland en de gevangenschap van de lokale bevolking. Er waren verschillende schendingen van de mensenrechten. Het werd de Engelsen verboden om te bidden, men wou zo benadrukken dat er een religieuze intolerantie (onverdraagzaamheid) aanwezig was. Bovendien probeerden de Vikingen hun monotheïstische religie op te leggen aan andere volkeren, waarbij ze de superieure positie van hun opperste god - Odin - benadrukten.
Los vikingos eran conocidos por su crueldad y vigor al entrar en batallas contra sus enemigos. Después de sus victorias, muy rápidamente se impusieron sobre los conquistados, discriminándolos y marginándolos. Un ejemplo muy vívido es la conquista de Inglaterra y el encarcelamiento de los habitantes locales. Además de las violaciones masivas de los derechos humanos, a los ingleses se les prohibió rezar, poniendo de relieve su intolerancia religiosa. Esto fue especialmente apoyado por el caso de los monjes cristianos. Además, los vikingos trataron de imponer su religión monoteísta sobre otros pueblos, enfatizando la posición superior de su Dios supremo - Odín.