Kaderovereenkomst van Ohrid: de "geest van de overeenkomst"

Het conflict van 2001 in Noord-Macedonië werd, en wordt nog altijd, op twee verschillende manieren herdacht. Begin 2010 lanceerde men in Skopje een grootschalig bouwproject met de naam Skopje 2014. Het project bevat meer dan 137 herdenkingsobjecten die gewijd zijn aan historische personen en gebeurtenissen, die voornamelijk afkomstig zijn uit de etnisch-Macedonische geschiedenis. Een paar jaar later lanceerde men een soortgelijk project op het Skenderbegplein, namelijk een muurschildering van etnisch-Albanese historische figuren. Beide projecten zijn door deskundigen bekritiseerd als projecten die de Macedonische samenleving nog verder verdelen dan de huidige etnische en religieuze scheidingslijnen.
Het Akkoord van Ohrid is een regeling die in 2001 een einde maakte aan een zeven maanden durend conflict in Noord-Macedonië. De overeenkomst is ondertekend door de regering van Noord-Macedonië en vertegenwoordigers van de etnisch-Albanese gemeenschap in het land. De meeste, maar niet alle, etnische Albanezen in Noord-Macedonië zijn moslims. Etnische Macedoniërs zijn dan weer overwegend Oosters-orthodoxe christenen. Naast religieuze verschillen spreken beide groepen ook een andere taal. In de jaren voor 2001 waren de spanningen tussen de twee groepen hoog opgelopen. In de eerste helft van dat jaar veranderde dit in een openlijk conflict met geweld. Het Akkoord van Ohrid heeft dit conflict gestabiliseerd (gekalmeerd). Het zorgde voor de ontwapening (het verwijderen van wapens) van de Albanese burgerlegers. De overeenkomst voorzag ook in taalkundige en culturele rechten voor de minderheidsgroepen.