“In mijn werk als jonge christen zie ik dat mensen van mijn leeftijd vaak eenzaam zijn en denken dat niemand hen nodig heeft. Maar ik zie ook dat er interesse is in religie en ik geloof dat je door persoonlijke ervaring kunt begrijpen hoe religie niet alleen je leven kan veranderen, maar je ook nieuwe vrienden en een gevoel van gemeenschap kan brengen. In een seculiere (niet-kerkelijke) samenleving heb ik vaak het gevoel dat er een gebrek is aan eenheid en ik geloof oprecht dat de kleine gemeenschap, die wij jonge christenen hebben, een goed voorbeeld kan zijn van hoe deze eenheid bereikt kan worden. Ik weet niet zeker in hoeverre wij open kunnen staan voor mensen die onze levens- en godsdienstvisie niet delen, maar ik geloof dat ons werk een beter begrip van andere religieuze spiritualiteit kan bevorderen en misschien zelfs een beter begrip tussen mensen uit andere religieuze tradities.”
Dit fragment is afkomstig uit een interview met een jeugdwerker van het Estse jeugdnetwerk ‘Council of Churches’ (dat tien verschillende kerkgemeenschappen bevat). Het laat zien hoe tolerantie in verschillende groepen met een bepaalde religieuze traditie niet noodzakelijkerwijs betekent dat de groep openstaat voor seculiere sociale waarden, maar dat de groep waarschijnlijk wel begrip kan opbrengen voor en samenwerking kan zoeken met andere religieuze tradities.