Conferentie van Mardin

De grootste prestatie van de conferentie van Mardin is te danken aan haar promotor, Shayk ‘Abd Allah b. Bayyah. Na de viering van de tweedaagse conferentie ging hij op zoek naar het originele manuscript (een handgeschreven tekst) van Ibn Taymiyya’s fatwa van Mardin. Dit originele manuscript uit de Zahiriyyah bibliotheek is gearchiveerd in de Asad-bibliotheek in Damascus. Hij ontdekte dat het einde van de oorspronkelijke tekst verkeerd is afgedrukt in de moderne uitgaven van het manuscript. Het gaat om een typografische fout die de betekenis van de zin drastisch verandert.

 

De juiste bewoording:

“… de moslim zal worden behandeld zoals hij verdient, en waarin degene die afwijkt van de Weg/Wet van de islam behandeld zal worden (yu`āmal) zoals hij verdient.”

 

De foute bewoording:

“… de moslim zal worden behandeld zoals hij verdient, en waarin degene die afwijkt van de Weg/Wet van de islam, bevochten zal worden (yuqātal) zoals hij verdient.”

Context:

De conferentie van Mardin vond plaats in de Turkse stad Mardin in maart 2010, negen jaar na de terroristische aanslagen van 11 september, die de aanleiding vormden voor de wereldwijde 'Strijd tegen het terrorisme’ (‘War on Terror'). Het doel van deze conferentie was de vreedzame co-existentie (het naast elkaar bestaan) van moslims en niet-moslims in overeenstemming te brengen met de islamitische wet. Het hoofdthema was de juiste interpretatie van een juridisch advies (fatwa) van de islamitische geleerde Ibn Taymiyya (1263-1328) over de status van de multireligieuze stad Mardin tijdens zijn leven. Deze clipping geeft het einde weer van het originele manuscript van de fatwa van Mardin, dat later gewijzigd is. De authentieke fatwa stelt dat moslims en niet-moslims op hun daden moeten worden behandeld, terwijl de vervalste fatwa stelt dat niet-moslims geconfronteerd moeten worden (‘bevochten zullen worden’). Om deze en nog andere redenen is Ibn Taymiyya vaak afgeschilderd als de voorloper van de gewelddadige islam. Het heronderzoek van deze fatwa roept echter vraagtekens op bij de extremistische en oriëntalistische (het Oosten in culturele zin) lezingen van Ibn Taymiyya.

Terugkeren naar de originele bronnen en ze in hun juiste historische en culturele context plaatsen is van vitaal belang om de integriteit van religieuze wetenschap te bewaren en manipulaties of verkeerde interpretaties te voorkomen. Dient het proces van kritisch onderzoek, door het bevorderen van dieper begrip en contextuele nauwkeurigheid, ook om tolerantie te vergroten?