Ingevoerde tolerantie
Akbar de Grote (1542-1605) was de derde leider van het Mughal-rijk. De Mughals waren moslims die heersten over uitgestrekte gebieden in India, waar veel verschillende bevolkingsgroepen met veel verschillende religies woonden. Aanvankelijk volgde Akbar het religieuze beleid van zijn voorgangers. Hij was echter zeer nieuwsgierig naar andere godsdiensten en raakte diep onder de invloed van bepaalde islamitische mystieke sekten, die een persoonlijke band met het heilige nastreefden. Hij wilde al zijn onderdanen, ongeacht religie of geloof, steeds meer gelijk en met respect behandelen. Hij schafte verschillende religieuze belastingen af voor moslims en niet-moslims. Hij verbood het doden van koeien en pauwen, die voor hindoes heilig waren. Ook stond hij zijn onderdanen, waaronder moslims, toe van godsdienst te veranderen.
In 1582 creëerde Akbar een geloof als een mengeling van mystieke ideeën uit de islam, het hindoeïsme, het boeddhisme, het jainisme, het zoroastrisme en zelfs het christendom. Dit geloof staat bekend als het Din-i Ilahi. Centraal in dit geloof stond een islamitische theorie van "universele vrede" (Sulh-i kul) die alle burgers, ongeacht geloof en overtuiging, uitnodigt om in harmonie te leven en elkaars wereldbeeld te respecteren. Al deze maatregelen brachten Akbar in conflict met de moslimgeestelijkheid. Toch respecteerden zij hem uiteindelijk als moslimleider. De opvolgers van Akbar bleven India regeren als moslims. Zij zetten het experiment van de Din-i Ilahi niet voort.
Zijn er oudere voorbeelden van tolerantie die u belangrijk vindt? Heeft uw godsdienst een soortgelijke traditie van religieuze tolerantie?
Voor meer informatie over dit en andere vredesverdragen, zie