De Hongaarse eerste minister Viktor Orbán’s spreekt bij de inhuldiging van de de calvinistische kerk in Klapka tér

Viktor Orbán is een Hongaars politicus. Hij is sinds 2010 premier van Hongarije en zit in zijn derde opeenvolgende termijn van vier jaar. Volgens zijn eigen definitie van ‘democratie’ spreekt hij niet vaak in het parlement en is hij ook niet beschikbaar voor interviews met journalisten. Maar hij houdt wel heel vaak toespraken bij verschillende gelegenheden, die zijn team publiceert op zijn website. In zijn toespraken herdefinieert hij van tijd tot tijd zijn politieke opvattingen (standpunten), waarbij hij deze afwisselend omschrijft als conservatief, populistisch (het populisme is een stijl van politiek bedrijven waarbij de suggestie wordt gewekt dat maatschappelijke problemen heel eenvoudig opgelost kunnen worden) of nationalistisch, en de laatste tijd vooral als ‘christendemocratisch’ en gebaseerd op ‘christelijke vrijheid’.

“Vandaag de dag zijn er velen die de verwevenheid (connectie) van het christendom met het lot van Europa betwisten (aanvechten) - of zelfs ontkennen en verwerpen. Wij Hongaren geloven dat de christelijke cultuur niet slechts een bron van kracht is onder velen, maar de bron van alle kracht. Het is de hoeksteen (steunpilaar) die de structuur van de Europese beschaving met elkaar verbindt. Zonder deze cultuur is er geen vrijheid en is er ook geen Europees leven. Sinds tweeduizend jaar is elke grote vernieuwing in Europa ontstaan uit het christendom: van het Edict van Milaan, via de Reformatie, tot de oprichting van de Europese Unie - een project dat oorspronkelijk geworteld is in het christendom. Het is belangrijk dat we dit blijven herinneren - en dat is vandaag de dag bijzonder belangrijk.”

 

 

Orbán sprak dit citaat uit tijdens een dienst die op 7 april 2019 werd gehouden ter viering van een nieuw kerkgebouw. De regering in Boedapest, de hoofdstad van Hongarije, had dit project gefinancierd. Orbán verwijst naar het Edict van Milaan, ook wel bekend als het Edict van Constantijn, dat de Romeinse keizer Constantijn in 313 na Christus had ondertekend. Het betekende het einde van de christenvervolging in het Romeinse rijk en gaf de christenen een wettelijke status, wat men beschouwt als een daad van tolerantie. Bron: miniszterelnok.hu

Is de manier waarop Orbán over het christendom praat in overeenstemming met het idee van tolerantie? Is het waar dat elke vernieuwing in Europa verbonden is met de christelijke religie?