Radicalisme door de lens van de Boodschap van Amman

De Amman Message en de verschillende verklaringen van de conferentie wijzen op de noodzaak om te focussen op de oorzaken van geweld en extremisme, zoals ontbering (ellende), armoede en het gebrek aan internationale rechtvaardigheid en democratische vrijheden. Dit idee wordt ook gedeeld door niet-moslims, zoals de Arabische christenen die de Amman Message publiekelijk (openlijk) hebben gesteund. In een boek, dat in 2014 door het Jordanian Royal Institute for Inter-Faith Studies (‘Jordaans Koninklijk Instituut voor Interreligieuze Studies’) is uitgegeven, zei de christelijke priester Agabius Kafuri: “Extremisme is een reactie op een andere vorm van extremisme, dat in de eerste plaats is ontstaan. De behandeling ervan begint met aandacht voor de redenen die tot het extremisme hebben geleid. Anders zullen alle veiligheidsmaatregelen beperkt blijven tot de bestrijding van dit fenomeen. Het zal inderdaad olie op het vuur gooien.”
De aanslagen in de Verenigde Staten van 11 september 2001 vormden het begin van de internationale ‘Strijd tegen het terrorisme’ (‘War on Terror’), met als gevolg de invasies (invallen) in Afghanistan (2002) en Irak (2003). Hieruit volgde een escalatie (het stap tot stap ernstiger worden van een conflictsituatie) van extremisme. Amman Message was een vroege poging om dit conflict tegen te gaan. Jordanië lanceerde deze verklaring in 2004 en probeerde zo een dialoog tussen de islam en het Westen op gang te brengen om een einde te maken aan zowel islamofobie als islamitisch terrorisme. De Amman Message is een brede islamitische overeenkomt, waarin staat dat vrede, gerechtigheid en wederzijdse verantwoordelijkheid kernwaarden zijn van de islam. De overeenkomst is onderschreven door 552 vooraanstaande (belangrijke) moslims uit 84 landen, waardoor dit de breedste islamitische overeenkomst in de moderne tijd is. Dit fragment maakt deel uit van een van de vele documenten die onder de naam van Amman Message zijn gepubliceerd. Deze documenten veroordelen terroristische daden, maar richten zich tegelijkertijd kritisch op het gebruik van termen als 'radicalisme' en 'terrorisme' en richten zich op de eigenlijke redenen die tot dit soort geweld hebben geleid.