Tolerantie en gewetensvrijheid beschermd door nationale wetgeving

Takfir is de praktijk om een andere moslim tot afvallige (iemand die geen aanhanger meer is van een geloofsovertuiging) te verklaren, wat uiteindelijk leidt tot een ruzie tussen burgers. Tunesië is een van de twee Arabische landen die takfir verbieden, zoals het is vastgelegd in artikel 6 van de grondwet van 2014: “De staat is de hoeder (beschermer) van de religie. Hij garandeert de vrijheid van geweten en geloof, de vrije uitoefening van religieuze praktijken en de neutraliteit van moskeeën en gebedshuizen tegen elk partijdig gebruik.” “De staat zet zich in voor de verspreiding van de waarden van bescheidenheid en verdraagzaamheid, voor de bescherming van het heilige en voor het verbieden van de schending ervan. De staat verbindt zich er ook toe om oproepen tot afvalligheid en het aanzetten tot geweld en haat te verbieden en te bestrijden.”
De aanslagen in de Verenigde Staten van 11 september 2001 vormden het begin van de internationale ‘Strijd tegen het terrorisme’ (‘War on Terror’), met als gevolg de invasies (invallen) in Afghanistan (2002) en Irak (2003). Hieruit volgde een escalatie (het stap tot stap erntsiger worden van een conflictsituatie) van extremisme. Amman Message was een vroege poging om dit conflict tegen te gaan. Jordanië lanceerde deze verklaring in 2004 en probeerde zo een dialoog tussen de islam en het Westen op gang te brengen om een einde te maken aan zowel islamofobie als islamitisch terrorisme. De Amman Message is een brede islamitische overeenkomst, waarin staat dat vrede, gerechtigheid en wederzijdse verantwoordelijkheid kernwoorden zijn van de islam. De overeenkomst is onderschreven door 552 vooraanstaande (belangrijke) moslims uit 84 landen, waardoor dit de breedste islamitische overeenkomst in de moderne tijd is. De Amman Message roept op tot het verbieden van takfir op nationaal en internationaal niveau. Tot nu toe zijn er slechts twee Arabische landen die takfir expliciet (duidelijk)verbieden. Dit gaat om de Verenigde Arabische Emiraten en Tunesië, zoals blijkt uit deze clipping. In het geval van Tunesië was dit het resultaat van onderhandelingen tussen twee oppositionele krachten tijdens het politieke proces, dat volgde op de revolutie van 2011 – een burgeropstand die erin slaagde de voormalige autoritaire (bazige) regering in Tunesië ten val te brengen. Bottom-up-bewegingen (van onder naar boven), samen met een brede burgerlijke en politieke overeenkomst (hoewel onvolmaakt) zouden wel eens effectiever kunnen zijn in het bereiken van grote veranderingen in nationale wetgevingen dan grensoverschrijdende top-down-initiatieven (van boven naar onder), zoals de Amman Message.