Westfalen: Religie en Wereldrijk

Met de Vrede van Münster werd het politieke en religieuze conflict in de Nederlanden bijgelegd. Artikels vijf tot en met zeven van de Vrede van Münster gaan over de ondernemingen van het Spaanse rijk en de Nederlandse Republiek op het Amerikaanse continent en in Azië. Naast hun oorlog in de Nederlanden hebben beide staten ook in die regio’s met elkaar gestreden. Economische winsten waren de belangrijkste reden voor hun keizerlijke en koloniale ondernemingen, maar er was ook een religieuze reden. De Spaanse en Portugese overheersing van een groot deel van het Amerikaanse continent hadden daar het katholicisme geïntroduceerd. In 1630 slaagde de Nederlandse Republiek erin delen van Brazilië te veroveren, die daarvoor bij het katholieke Spaanse rijk hoorden.

 

In ‘Nederlands-Brazilië’ kwam een regime van uitzonderlijke (buitengewone) religieuze tolerantie. De nieuwe Nederlandse regering bleef katholieken toestaan om hun geloof te beoefenen, en katholieke religieuze ordes mochten hun kloosters houden en bleven prediken (de leer van een geloof verkondigen). Met de komst van de Nederlanders werd het calvinisme ook onderdeel van het lokale religieuze landschap. Bovendien leefde er een kleine gemeenschap van joden, die zich voorheen onder het Habsburgse regime als katholieken moesten voordoen. Onder de Nederlanders werden ze getolereerd en konden ze zich openlijk identificeren als joden en hun geloof uitoefenen.

Moeten regelingen voor het religieus samenleven worden aangepast aan de lokale omstandigheden? Waarom wel/niet? Moeten landen toestemming krijgen om religies in andere delen van de wereld te promoten? Waarom wel/niet?