Joodse nederzettingen in het Ottomaanse Rijk
Na het Verdrijvingsedict (maart 1492) en de verdrijving van de Sefardische joden van het Iberisch Schiereiland, greep sultan Bayezid II (1447-1512) de kans om de verdreven gemeenschap te hervestigen. De Sefardische migratie van Spanje naar het Ottomaanse Rijk was een lang en merkwaardig proces. Na de verdrijving stuurde Bayezid II de Ottomaanse marine, onder leiding van de beroemde admiraal Kemal Reis, naar de Spaanse gebieden om de hervestiging te vergemakkelijken. Bovendien vaardigde hij een firman, of een koninklijk decreet, uit, aan alle gouverneurs van de Europese provincies, met het bevel om de joodse vluchtelingen vriendelijk op te vangen. De Sefardische joden bleven de volgende twee eeuwen in het Ottomaanse Rijk wonen. Een deel van de Spaanse joden bekeerde zich echter of werd gedwongen zich te bekeren tot het christendom. Degenen die toch het jodendom in het geheim bleven uitoefenen, werden Maranen of Anusim genoemd. Een laat 16e-eeuws antwoord van Salonika, een soort rabbijnse tekst die vaak het dagelijkse joodse leven documenteert, beschrijft een interessant geval van Sefardische migratie uit die periode. De drie Maranen-broers Ruben, Shimon en Levy verlieten Portugal om een plaats te vinden ‘waar ze joods kunnen zijn en de wetten van de goddelijke Thora uit te oefenen’. De families van Shimon en Ruben verhuisden daarvoor naar de stad Monastir (Bitola), in het huidige Noord-Macedonië. Levy verbleef in West-Europa, in het huidige Frankrijk.
Het Ottomaanse Rijk had een complexe bestuursstructuur, die in de loop van verschillende eeuwen van zijn keizerlijke geschiedenis (14e tot 20e eeuw) is ontwikkeld. Het staatshoofd van het Rijk was de sultan. Zij konden koninklijke decreten uitvaardigen, firmans genaamd, die een onmiddellijke juridische toepassing hadden. Het woord ‘firman’ is van Perzische oorsprong en betekent ‘decreet’ of ‘bevel’. De firmans van sultans waren interventies op verschillende wetgevende niveaus: van het hoogste, constitutionele (grondwettelijke) niveau, tot een meer praktisch niveau – zoals het verlenen van toestemming om door het Rijk te reizen.
For more information on this and other peace treaties, see
Title
Joodse nederzettingen in het Ottomaanse Rijk
content
Na het Verdrijvingsedict (maart 1492) en de verdrijving van de Sefardische joden van het Iberisch Schiereiland, greep sultan Bayezid II (1447-1512) de kans om de verdreven gemeenschap te hervestigen. De Sefardische migratie van Spanje naar het Ottomaanse Rijk was een lang en merkwaardig proces. Na de verdrijving stuurde Bayezid II de Ottomaanse marine, onder leiding van de beroemde admiraal Kemal Reis, naar de Spaanse gebieden om de hervestiging te vergemakkelijken. Bovendien vaardigde hij een firman, of een koninklijk decreet, uit, aan alle gouverneurs van de Europese provincies, met het bevel om de joodse vluchtelingen vriendelijk op te vangen. De Sefardische joden bleven de volgende twee eeuwen in het Ottomaanse Rijk wonen. Een deel van de Spaanse joden bekeerde zich echter of werd gedwongen zich te bekeren tot het christendom. Degenen die toch het jodendom in het geheim bleven uitoefenen, werden Maranen of Anusim genoemd. Een laat 16e-eeuws antwoord van Salonika, een soort rabbijnse tekst die vaak het dagelijkse joodse leven documenteert, beschrijft een interessant geval van Sefardische migratie uit die periode. De drie Maranen-broers Ruben, Shimon en Levy verlieten Portugal om een plaats te vinden ‘waar ze joods kunnen zijn en de wetten van de goddelijke Thora uit te oefenen’. De families van Shimon en Ruben verhuisden daarvoor naar de stad Monastir (Bitola), in het huidige Noord-Macedonië. Levy verbleef in West-Europa, in het huidige Frankrijk.
Context
Het Ottomaanse Rijk had een complexe bestuursstructuur, die in de loop van verschillende eeuwen van zijn keizerlijke geschiedenis (14e tot 20e eeuw) is ontwikkeld. Het staatshoofd van het Rijk was de sultan. Zij konden koninklijke decreten uitvaardigen, firmans genaamd, die een onmiddellijke juridische toepassing hadden. Het woord ‘firman’ is van Perzische oorsprong en betekent ‘decreet’ of ‘bevel’. De firmans van sultans waren interventies op verschillende wetgevende niveaus: van het hoogste, constitutionele (grondwettelijke) niveau, tot een meer praktisch niveau – zoals het verlenen van toestemming om door het Rijk te reizen.
Questions
Ken je je een ander voorbeeld van migratie voorstellen dat werd uitgelokt door religieuze kwesties? Heb je ooit al een film gezien over dit onderwerp?
Temporal Coverage
16de eeuw
Spatial Coverage
Europa, Griekenland
map
40.65 / 22.9
Relation
Subject
Is Referenced By
translation of
Ženi Lebl, Plima i slom [Tide and wreck] (Skopje: Fond na Holokaustot na Evreite od Makedonija, 2013).
Audience
Yes
Creator
Naum Trajanovski