Historische interpretatie van mensenrechten en fundamentele vrijheden in het Ottomaanse Rijk
In oktober 2003 werd in Sarajevo (Bosnië en Herzegovina) een conferentie georganiseerd door een aantal Bosnische islamitische academici. De conferentie was gericht op het verkennen en onderzoeken van de deugden van de Ottomaanse overheersing in Bosnië. Meer in het bijzonder richtte het evenement zich op ‘de cultuur van de mensenrechten en fundamentele vrijheden’, zoals die tot uiting komt in het Ottomaanse decreet dat sultan Mehmed Fathi in 1463 aan de Bosnische franciscanen heeft afgekondigd. De franciscanen vormen een religieuze orde binnen de Katholieke Kerk, gesticht door de heilige Franciscus van Assisi in het begin van de 13e eeuw. De historicus Edin Hajdarpašić beweert dat dit document duidelijk aangeeft dat ‘de sultan, bij zijn goede gratie (genade), elk misbruik van de franciscanen in Bosnië verbood’. Op de conferentie volgden er echter verschillende interpretaties van dit document. Het werd beschreven als ‘het oudste document over respect voor de mensenrechten en vrijheden in de geschiedenis, zo’n 326 jaar voor de Franse Revolutie’. Hajdarpašić benadrukt nogmaals dat dergelijke interpretaties bijdragen aan het algemene beeld van de Ottomaanse tijd als een ‘glorieus (indrukwekkend), inspirerend tijdperk’ in de geschiedenis van de Bosnische moslims. Het blijft echter een uitdaging om het Ottomaanse verleden in de geschiedenis van de Balkan in te passen, omdat er veel verschillende interpretaties mogelijk zijn.
Het Ottomaanse Rijk had een complexe bestuursstructuur, die in de loop van verschillende eeuwen van zijn keizerlijke geschiedenis (14e tot 20e eeuw) is ontwikkeld. Het staatshoofd van het Rijk was de sultan. Zij konden koninklijke decreten uitvaardigen, firmans genaamd, die een onmiddellijke juridische toepassing hadden. Het woord ‘firman’ is van Perzische oorsprong en betekent ‘decreet’ of ‘bevel’. De firmans van sultans waren interventies op verschillende wetgevende niveaus: van het hoogste, constitutionele (grondwettelijke) niveau, tot een meer praktisch niveau – zoals het verlenen van toestemming om door het Rijk te reizen.
Kun je een ander voorbeeld uit de geschiedenis bedenken waarin in een publiek debat tegengestelde standpunten aan bod kwamen over een belangrijke kwestie uit die tijd?
Zie voor meer informatie over dit en andere vredesverdragen