Warschau 1573 - Bartholomäus Keckermann over individuele gewetensvrijheid

Bartholomäus Keckermann was een gereformeerd humanist en hoogleraar. Hij stamde uit een burgerlijke familie in Danzig/Gdansk en studeerde in Wittenberg, Leipzig en Heidelberg. Nadat hij les had gegeven aan de universiteit van Heidelberg, keerde hij als hoogleraar terug naar een gerenommeerde hogeschool in zijn geboortestad. Danzig was op dat moment de grootste stad onder het bewind van de Poolse koning en was een generatie lang overwegend luthers geweest. In zijn werk 'A System of Political Disciplines' (1608) neemt Keckermann een standpunt in over individuele gewetensvrijheid:

 

'De vorst mag zijn heerschappij over het geweten niet opeisen en moet ernaar streven het geloof te overtuigen dat hij niet kan afdwingen. Daarom moet hij oprecht alle religieuze dissidentie voorkomen en vermijden. Als hij het echter niet kan voorkomen, moet hij ervoor zorgen dat er vrede heerst onder de andersdenkenden, zodat groter kwaad wordt voorkomen.Dit werd in Duitsland overwogen in de tijd van onze vaderen, toen de godsdienstvrede werd gesloten ... in 1555. Als een voordeel van dit vredesakkoord geniet Duitsland sindsdien vrede en wordt het niet geteisterd door zulke gewelddaden als Engeland, Frankrijk en Nederland. De Duitse grondwet werd gevolgd door de Poolse landgoederen en in 1573 werd een religieuze Confederatie gevormd. En de wijze koning Stefanus (Bathory) vaardigde ook een edict uit over het behoud van religieuze vrede. Hij voegde er de opmerkelijke verklaring aan toe dat hij niet over gewetens wilde heersen, want God alleen had deze drie dingen voor zichzelf gereserveerd: iets uit het niets scheppen, de toekomst voorzien en over gewetens heersen'.

Context:
 

In 1573 was Polen-Litouwen een van de grootste landen van Europa. Sinds 1569 waren Polen en Litouwen met elkaar verbonden in de Unie van Lublin. In dit uitgestrekte land waren veel geloofsgroepen vertegenwoordigd: Katholieke en orthodoxe christenen, maar ook moslims en joden. Sinds het midden van de 16e eeuw vonden ook verschillende evangelische groepen aanhangers in Polen: Gereformeerden (calvinisten) en lutheranen, Boheemse broeders die Bohemen waren ontvlucht en andere groepen die in de rest van Europa werden vervolgd, vonden er een toevluchtsoord. Zo werd Polen-Litouwen een multireligieuze staat. Aan de top van het politieke systeem stond de koning. Maar de rijkste edelen, vertegenwoordigd in de Senaat en de andere edelen, hadden een sterke juridische positie. Zij maakten bijna tien procent van de bevolking uit en beschouwden de staat als een “republiek van edelen”. Omdat het een kiesmonarchie was, moest na de dood van koning Sigismund II augustus in 1572 de nieuwe koning van Polen worden gekozen door de edelen.

Wat is volgens Keckermann de verantwoordelijkheid van de heerser als het gaat om religieuze dissidentie onder onderdanen? Als we 'heerser' vervangen door 'staat', hoe verhoudt zijn visie zich dan tot het moderne beleid ten aanzien van religieuze tolerantie in Europa?

Meer informatie over de Confederatie van Warschau is te vinden op On Site, In Time.