Het Goede-Vrijdagakkoord: een protestants antwoord

“Culturele diversiteit is een deel van Gods doel voor ons. In ons conflict heeft God geen favorieten, en hij waardeert de diversiteit aan cultuur en identiteit die in onze gemeenschap aanwezig is. Ook wij moeten deze diversiteit respecteren. Elke cultuur is levendig en dynamisch. Alles wat niet kan veranderen, zal vergaan. Geen enkele politieke overeenkomst mag onze Oranje (Britse) en Groene (Ierse) tradities simpelweg formeel (officieel) maken. Op die manier riskeren we kerkelijke apartheid – en ontkennen we Gods geschenk van creativiteit. Elke persoon en elke gemeenschap moet vrij zijn om zijn of haar cultuur op een legale manier uit te drukken. De Bijbel leert ons daarentegen dat alle menselijke activiteit gebrekkig is (door zonde). Culturen hebben vernietigende elementen – die we moeten afwijzen. Ook dit maakt deel uit van ons respect voor diversiteit.” (Bron: Evangelical Contribution on Northern Ireland, A Time to Decide, 1998).

Er waren gemengde reacties op het Goedevrijdagakkoord. De protestanten verzetten zich ertegen, omdat zij vonden dat er te veel toegevingen werden gedaan aan de Ierse nationalisten. In dit fragment moedigt een gematigde protestantse groep een positievere houding aan. Extremisten beweerden dat God aan hun kant stond, maar hier wordt God weergegeven als neutraal en met waardering voor diversiteit en verschil. Vanuit de eeuwenoude traditie associeert men de kleur oranje met protestanten en unionisten en de kleur groen met katholieken en nationalisten. Via dit fragment wil men beargumenteren dat deze tradities hun eigen fouten moeten erkennen en zich moeten ontwikkelen op manieren die elkaar respecteren. De uitdrukking 'kerkelijke apartheid' herinnert aan het racistische beleid dat tot 1990 in Zuid-Afrika heerste. Dit beleid betekende dat zwarten en blanken gedwongen waren om een grotendeels gescheiden leven te leiden. Men suggereert dat, als Noord-Ierland soortgelijke verdeeldheid wil voorkomen, er positieve inspanningen geleverd moeten worden om de attitudes uit het verleden te overwinnen.
"La diversidad cultural es parte del propósito de Dios para nosotros. En nuestro conflicto, Dios no tiene favoritos, y valora la diversidad de cultura e identidad que está presente en nuestra comunidad. Nosotros también debemos respetar esta diversidad. - Cada cultura es viva y dinámica. Todo lo que no pueda cambiar se marchitará. Ningún acuerdo político debe simplemente formalizar nuestras tradiciones Naranja y Verde. De esa manera, nos arriesgamos a un apartheid sectario - y negamos el don de la creatividad de Dios. - Cada persona y cada comunidad debe ser libre de expresar su cultura de cualquier manera legal. Pero la Biblia enseña que toda actividad humana es defectuosa (por el pecado). Las culturas tienen elementos destructivos - que deben ser rechazados. Esto también es parte de nuestro respeto por la diversidad. - El sectarismo es endémico. Para socavarlo se requiere el coraje y el compromiso de cambiar nuestras actitudes y prácticas tanto como individuos como en la comunidad". (De ‘Evangelical Contribution on Northern Ireland’, A Time to Decide, 1998.)
Hubo respuestas mixtas al Acuerdo de Viernes Santo. Los protestantes de línea dura se opusieron porque pensaban que hacía demasiadas concesiones a los nacionalistas irlandeses. Por otro lado, en este pasaje un grupo protestante moderado alienta una actitud más positiva. Los extremistas afirmaban que Dios estaba de su lado, pero aquí Dios se presenta como neutral y valora la diversidad y la diferencia. Tradicionalmente, el color naranja se asocia con los protestantes y unionistas y el color verde con los católicos y nacionalistas. Se argumenta aquí que estas tradiciones deben reconocer sus propios defectos y desarrollarse de manera que se respeten mutuamente. La frase "apartheid sectario" recuerda las políticas racistas aplicadas en Sudáfrica hasta 1990, que obligaron a los blancos y negros a vivir vidas muy separadas. Se sugiere que para que Irlanda del Norte evite divisiones similares será necesario hacer esfuerzos positivos para superar las actitudes del pasado.