Religievrede en huwelijk

Huwelijken zijn vaak vanuit een burgerlijk en een religieus perspectief geregeld. In de Religievrede geeft het veertiende artikel enkele regels weer over het huwelijk. Daarin staat dat de vroegere katholieke regels voor de hele Nederlanden gelden. Protestanten zouden zich daar ook aan moeten houden. Deze regels bepalen vooral de aanvaardbare niveaus van verbondenheid tussen de beide groepen. Maar de regels in de Religievrede gaan niet over huwelijken tussen katholieken en protestanten. In de Nederlanden, vooral in het Noorden, waren huwelijken tussen mensen van verschillende godsdiensten niet uitzonderlijk. In de loop van de zeventiende eeuw werden er geen staatsregels over het huwelijk meer opgelegd. Als een katholiek en een protestant wilden trouwen, moesten ze zelf een regeling uitwerken. Priesters, dominees of predikanten en familieleden hadden vaak een invloed op hen. De wetten boden echter geen kant-en-klare regels om met zo’n situatie om te gaan. Er waren verschillende scenario's mogelijk. Vrouwen of mannen konden zich bekeren, of elk van hen kon vasthouden aan het eigen geloof. In gemengde huwelijken was het geloof in de opvoeding van kinderen een belangrijk onderwerp. Volgens de regels wijdden (zegenden) katholieke priesters alleen een gemengd huwelijk in, wanneer het echtpaar beloofde om hun kinderen katholiek op te voeden. In de praktijk was dit echter niet altijd het geval. Sommige gemengde paren in de regio Friesland voedden bijvoorbeeld hun eerste kind katholiek en hun tweede gereformeerd op, en bleven dat bij de volgende kinderen afwisselen.

De Religievrede (1578) was een regeling (afspraak) om het samenleven van katholieken en protestanten in de Nederlanden mogelijk te maken. De Nederlanden vormden een regio die ongeveer overeenkomt met het huidige België en Nederland. In de jaren voor 1578 had de regering van de Nederlanden alleen het katholicisme toegestaan en de protestanten vervolgd. In gebieden die door protestanten waren overgenomen, werden katholieken slecht behandeld en kregen ze te maken met geweld. Het Spaanse leger steunde de katholieke regering van de Nederlanden. De soldaten van het leger vochten tegen de protestanten, maar vielen ook veel katholieken aan. Gematigde katholieken en protestanten uit de Nederlanden sloten vrede met elkaar, omdat ze beiden een sterk verzet voelden tegenover het Spaanse leger. Om die vrede te bewaren, ontwikkelden ze een reeks regels, verplichtingen en verboden om het voor katholieken en protestanten makkelijker te maken om samen te leven. Deze verschillende maatregelen werden opgesomd in de Religievrede.

Further information about the Religioensvrede and Amsterdam can be found at On Site, In Time.