Augsburg 1555 - Artikels 9-10, 14

In de Godsdienstvrede van Augsburg hebben de onderhandelaars een akkoord bereikt over een vrede, zonder dat er überhaupt over de godsdienstkwestie iets beslist is: “§9-10: Tijdens het overleg werd al snel duidelijk dat de onderhandelingen over de belangrijkste vragen van het heilig-christelijk geloof, over ceremonies en kerkelijke praktijken, moeilijk zijn. Een definitief akkoord zal daardoor niet in korte tijd bereikt worden. Alles wijst erop dat er nog veel meer oorlogen zouden komen in het Heilige Rijk van de Duitse Natie. Daarom wordt het door de landgoederen, ambassadeurs en afgezanten (vertegenwoordigers) zinvol geacht om de godsdienstkwestie uit te stellen tot een ander geschikt moment. §14: Wij bevelen daarom aan dat niemand oorlog mag voeren, iemand beroven, opsluiten of belegeren (aanvallen). Niemand mag kastelen, steden, burchten of dorpen in beslag nemen of beschadigen. Ieder moet de ander met vriendschap en christelijke liefde behandelen. Elk stand moet, samen met de andere standen, de volgende religieuze vrede en ook de algemene landvrede in acht nemen.
De Reformatie leidde tot een splitsing van de christelijke kerk in Centraal-Europa. Verschillende theologen of godgeleerden, bijvoorbeeld Martin Luther en Ulrich Zwingli, richtten nieuwe leren op over de christelijke overtuiging en het christelijke geloof. Ze kregen al snel veel volgelingen (aanhangers). De verschillende Duitse deelstaten raakten verdeeld in een katholieke en een evangelische of protestantse kant, wat ook leidde tot een verdeling in twee politieke partijen. Na jaren van politieke strijd leidde het conflict vanaf 1546 zelfs tot burgeroorlogen. In 1555 kwamen de afgezanten, of vertegenwoordigers, van de Duitse deelstaten samen in Augsburg, een stad in Beieren. Ze zochten naar een manier om het conflict bij te leggen en zo een einde te maken aan de godsdienstoorlogen in Duitsland. Op 25 september 1555 werd in de Godsdienstvrede van Augsburg, een religieus vredesverdrag, vastgelegd dat de twee christelijke kerken samen mochten bestaan. De vorsten en heersers konden zelf beslissen of ze bij de oude Katholieke Kerk bleven, of dat ze zich zouden verbinden met het nieuwe lutherse geloof. Dat nieuwe geloof werd in 1530 beschreven in de Augsburgse Belijdenis, de geloofsbelijdenis (geloofsovertuiging) van de Reformatie. De lutherse staten stonden vanaf toen op gelijke voet met de katholieke, maar andere religieuze groeperingen die ontstonden tijdens de Reformatie nam men niet op in het vredesverdrag. De vrijheid van godsdienst telde alleen voor de Duitse hoge standen, waaronder de vorsten en de keizerlijke steden. De onderdanen hadden de keuze om het geloof van hun vorst te volgen, of te emigreren. De Godsdienstvrede van Augsburg was het begin van een lange periode van vrede in de Duitse deelstaten, waar pas een einde aan kwam door de Dertigjarige Oorlog, die in 1618 begon.

Further information about The Peace of Augsburg can be found at On Site, In Time.