Augsburg 1555 - artikels 24-27
In de Godsdienstvrede van Augsburg van 1555 kwamen de afgezanten, of vertegenwoordigers van de Duitse staten en steden overeen om alleen de katholieke of lutherse geloofsbelijdenis op hun grondgebied te accepteren. Onderdanen die zich aan een ander geloof hielden, mochten emigreren. In sommige steden bleven beide geloofsovertuigingen echter naast elkaar bestaan: Ҥ24: Maar als onderdanen die de oude religie of de Augsburgse Belijdenis aanhangen het land willen verlaten met hun vrouwen en kinderen vanwege hun religie, dan zouden ze dat moeten kunnen doen. Ook mogen zij hun bezittingen ongehinderd (ongestoord) verkopen. Maar ze moeten wel voldoende compensatie (vergoeding) betalen voor de slavernij en de belastingen.
§27: In veel steden in het Rijk worden de twee religies, de oude religie en de religie van de Augsburgse Belijdenis, naast elkaar beoefend. Dat is hoe het in deze steden zou moeten blijven. Geen enkele partij zal proberen de religie, kerkelijke gebruiken of ceremonies van de andere partij af te schaffen. Volgens deze vrede moeten ze rustig en vredig samenleven.”
De Reformatie leidde tot een splitsing van de christelijke kerk in Centraal-Europa. Verschillende theologen of godgeleerden, bijvoorbeeld Martin Luther en Ulrich Zwingli, richtten nieuwe leren op over de christelijke overtuiging en het christelijke geloof. Ze kregen al snel veel volgelingen (aanhangers). De verschillende Duitse deelstaten raakten verdeeld in een katholieke en een evangelische of protestantse kant, wat ook leidde tot een verdeling in twee politieke partijen. Na jaren van politieke strijd leidde het conflict vanaf 1546 zelfs tot burgeroorlogen.
In 1555 kwamen de afgezanten, of vertegenwoordigers, van de Duitse deelstaten samen in Augsburg, een stad in Beieren. Ze zochten naar een manier om het conflict bij te leggen en zo een einde te maken aan de godsdienstoorlogen in Duitsland. Op 25 september 1555 werd in de Godsdienstvrede van Augsburg, een religieus vredesverdrag, vastgelegd dat de twee christelijke kerken samen mochten bestaan. De vorsten en heersers konden zelf beslissen of ze bij de oude Katholieke Kerk bleven, of dat ze zich zouden verbinden met het nieuwe lutherse geloof. Dat nieuwe geloof werd in 1530 beschreven in de Augsburgse Belijdenis, de geloofsbelijdenis (geloofsovertuiging) van de Reformatie. De lutherse staten stonden vanaf toen op gelijke voet met de katholieke, maar andere religieuze groeperingen die ontstonden tijdens de Reformatie nam men niet op in het vredesverdrag. De vrijheid van godsdienst telde alleen voor de Duitse hoge standen, waaronder de vorsten en de keizerlijke steden. De onderdanen hadden de keuze om het geloof van hun vorst te volgen, of te emigreren. De Godsdienstvrede van Augsburg was het begin van een lange periode van vrede in de Duitse deelstaten, waar pas een einde aan kwam door de Dertigjarige Oorlog, die in 1618 begon.
Further information about The Peace of Augsburg can be found at On Site, In Time.
For more information on this and other peace treaties, see
Title
Augsburg 1555 - artikels 24-27
content
In de Godsdienstvrede van Augsburg van 1555 kwamen de afgezanten, of vertegenwoordigers van de Duitse staten en steden overeen om alleen de katholieke of lutherse geloofsbelijdenis op hun grondgebied te accepteren. Onderdanen die zich aan een ander geloof hielden, mochten emigreren. In sommige steden bleven beide geloofsovertuigingen echter naast elkaar bestaan: Ҥ24: Maar als onderdanen die de oude religie of de Augsburgse Belijdenis aanhangen het land willen verlaten met hun vrouwen en kinderen vanwege hun religie, dan zouden ze dat moeten kunnen doen. Ook mogen zij hun bezittingen ongehinderd (ongestoord) verkopen. Maar ze moeten wel voldoende compensatie (vergoeding) betalen voor de slavernij en de belastingen.
§27: In veel steden in het Rijk worden de twee religies, de oude religie en de religie van de Augsburgse Belijdenis, naast elkaar beoefend. Dat is hoe het in deze steden zou moeten blijven. Geen enkele partij zal proberen de religie, kerkelijke gebruiken of ceremonies van de andere partij af te schaffen. Volgens deze vrede moeten ze rustig en vredig samenleven.”
§27: In veel steden in het Rijk worden de twee religies, de oude religie en de religie van de Augsburgse Belijdenis, naast elkaar beoefend. Dat is hoe het in deze steden zou moeten blijven. Geen enkele partij zal proberen de religie, kerkelijke gebruiken of ceremonies van de andere partij af te schaffen. Volgens deze vrede moeten ze rustig en vredig samenleven.”
Context
De Reformatie leidde tot een splitsing van de christelijke kerk in Centraal-Europa. Verschillende theologen of godgeleerden, bijvoorbeeld Martin Luther en Ulrich Zwingli, richtten nieuwe leren op over de christelijke overtuiging en het christelijke geloof. Ze kregen al snel veel volgelingen (aanhangers). De verschillende Duitse deelstaten raakten verdeeld in een katholieke en een evangelische of protestantse kant, wat ook leidde tot een verdeling in twee politieke partijen. Na jaren van politieke strijd leidde het conflict vanaf 1546 zelfs tot burgeroorlogen.
In 1555 kwamen de afgezanten, of vertegenwoordigers, van de Duitse deelstaten samen in Augsburg, een stad in Beieren. Ze zochten naar een manier om het conflict bij te leggen en zo een einde te maken aan de godsdienstoorlogen in Duitsland. Op 25 september 1555 werd in de Godsdienstvrede van Augsburg, een religieus vredesverdrag, vastgelegd dat de twee christelijke kerken samen mochten bestaan. De vorsten en heersers konden zelf beslissen of ze bij de oude Katholieke Kerk bleven, of dat ze zich zouden verbinden met het nieuwe lutherse geloof. Dat nieuwe geloof werd in 1530 beschreven in de Augsburgse Belijdenis, de geloofsbelijdenis (geloofsovertuiging) van de Reformatie. De lutherse staten stonden vanaf toen op gelijke voet met de katholieke, maar andere religieuze groeperingen die ontstonden tijdens de Reformatie nam men niet op in het vredesverdrag. De vrijheid van godsdienst telde alleen voor de Duitse hoge standen, waaronder de vorsten en de keizerlijke steden. De onderdanen hadden de keuze om het geloof van hun vorst te volgen, of te emigreren. De Godsdienstvrede van Augsburg was het begin van een lange periode van vrede in de Duitse deelstaten, waar pas een einde aan kwam door de Dertigjarige Oorlog, die in 1618 begon.
In 1555 kwamen de afgezanten, of vertegenwoordigers, van de Duitse deelstaten samen in Augsburg, een stad in Beieren. Ze zochten naar een manier om het conflict bij te leggen en zo een einde te maken aan de godsdienstoorlogen in Duitsland. Op 25 september 1555 werd in de Godsdienstvrede van Augsburg, een religieus vredesverdrag, vastgelegd dat de twee christelijke kerken samen mochten bestaan. De vorsten en heersers konden zelf beslissen of ze bij de oude Katholieke Kerk bleven, of dat ze zich zouden verbinden met het nieuwe lutherse geloof. Dat nieuwe geloof werd in 1530 beschreven in de Augsburgse Belijdenis, de geloofsbelijdenis (geloofsovertuiging) van de Reformatie. De lutherse staten stonden vanaf toen op gelijke voet met de katholieke, maar andere religieuze groeperingen die ontstonden tijdens de Reformatie nam men niet op in het vredesverdrag. De vrijheid van godsdienst telde alleen voor de Duitse hoge standen, waaronder de vorsten en de keizerlijke steden. De onderdanen hadden de keuze om het geloof van hun vorst te volgen, of te emigreren. De Godsdienstvrede van Augsburg was het begin van een lange periode van vrede in de Duitse deelstaten, waar pas een einde aan kwam door de Dertigjarige Oorlog, die in 1618 begon.
Questions
Kun je je voorstellen welke gevolgen deze artikelen hadden voor het dagelijks leven van de mensen? Waarom bestond de situatie in de in §27 genoemde steden?
Temporal Coverage
16de eeuw
Date
25 September 1555
Spatial Coverage
Europa, Duitsland
map
48.366667 / 10.9
Relation
Subject
Is Referenced By
Audience
Yes
Creator
Henning P. Jürgens