Augsburg 1555 - Artikels 15-17
In de Godsdienstvrede van Augsburg kwamen de onderhandelaars overeen om geen oorlog en geweld meer te gebruiken om de religieuze onenigheid tussen de katholieken en de lutherse kant op te lossen: Ҥ15-16: Om de religieuze vrede op lange termijn te handhaven (bewaren), mag geen enkel stand uit het Rijk een ander bestrijden of schaden wegens de Augsburgse Belijdenis en haar leer en geloofsovertuiging. Niemand mag tegen zijn geweten in op een dwaalspoor worden gebracht of worden gehinderd door zijn godsdienst, geloof en ceremonies in zijn landen. En het geschil over de godsdienst zal alleen vereffend (opgelost) worden met christelijke, vriendschappelijke, vreedzame middelen. De standen die de Augsburgse Belijdenis aanhangen, mogen ook degenen die de oude religie aanhangen niet hinderen.
§17: Alle anderen die niet tot de twee genoemde godsdiensten behoren, moeten van deze vrede worden uitgesloten.”
De Reformatie leidde tot een splitsing van de christelijke kerk in Centraal-Europa. Verschillende theologen of godgeleerden, bijvoorbeeld Martin Luther en Ulrich Zwingli, richtten nieuwe leren op over de christelijke overtuiging en het christelijke geloof. Ze kregen al snel veel volgelingen (aanhangers). De verschillende Duitse deelstaten raakten verdeeld in een katholieke en een evangelische of protestantse kant, wat ook leidde tot een verdeling in twee politieke partijen. Na jaren van politieke strijd leidde het conflict vanaf 1546 zelfs tot burgeroorlogen.
In 1555 kwamen de afgezanten, of vertegenwoordigers, van de Duitse deelstaten samen in Augsburg, een stad in Beieren. Ze zochten naar een manier om het conflict bij te leggen en zo een einde te maken aan de godsdienstoorlogen in Duitsland. Op 25 september 1555 werd in de Godsdienstvrede van Augsburg, een religieus vredesverdrag, vastgelegd dat de twee christelijke kerken samen mochten bestaan. De vorsten en heersers konden zelf beslissen of ze bij de oude Katholieke Kerk bleven, of dat ze zich zouden verbinden met het nieuwe lutherse geloof. Dat nieuwe geloof werd in 1530 beschreven in de Augsburgse Belijdenis, de geloofsbelijdenis (geloofsovertuiging) van de Reformatie. De lutherse staten stonden vanaf toen op gelijke voet met de katholieke, maar andere religieuze groeperingen die ontstonden tijdens de Reformatie nam men niet op in het vredesverdrag. De vrijheid van godsdienst telde alleen voor de Duitse hoge standen, waaronder de vorsten en de keizerlijke steden. De onderdanen hadden de keuze om het geloof van hun vorst te volgen, of te emigreren. De Godsdienstvrede van Augsburg was het begin van een lange periode van vrede in de Duitse deelstaten, waar pas een einde aan kwam door de Dertigjarige Oorlog, die in 1618 begon.
Further information about The Peace of Augsburg can be found at On Site, In Time.
For more information on this and other peace treaties, see
Title
Augsburg 1555 - Artikels 15-17
content
In de Godsdienstvrede van Augsburg kwamen de onderhandelaars overeen om geen oorlog en geweld meer te gebruiken om de religieuze onenigheid tussen de katholieken en de lutherse kant op te lossen: Ҥ15-16: Om de religieuze vrede op lange termijn te handhaven (bewaren), mag geen enkel stand uit het Rijk een ander bestrijden of schaden wegens de Augsburgse Belijdenis en haar leer en geloofsovertuiging. Niemand mag tegen zijn geweten in op een dwaalspoor worden gebracht of worden gehinderd door zijn godsdienst, geloof en ceremonies in zijn landen. En het geschil over de godsdienst zal alleen vereffend (opgelost) worden met christelijke, vriendschappelijke, vreedzame middelen. De standen die de Augsburgse Belijdenis aanhangen, mogen ook degenen die de oude religie aanhangen niet hinderen.
§17: Alle anderen die niet tot de twee genoemde godsdiensten behoren, moeten van deze vrede worden uitgesloten.”
§17: Alle anderen die niet tot de twee genoemde godsdiensten behoren, moeten van deze vrede worden uitgesloten.”
Context
De Reformatie leidde tot een splitsing van de christelijke kerk in Centraal-Europa. Verschillende theologen of godgeleerden, bijvoorbeeld Martin Luther en Ulrich Zwingli, richtten nieuwe leren op over de christelijke overtuiging en het christelijke geloof. Ze kregen al snel veel volgelingen (aanhangers). De verschillende Duitse deelstaten raakten verdeeld in een katholieke en een evangelische of protestantse kant, wat ook leidde tot een verdeling in twee politieke partijen. Na jaren van politieke strijd leidde het conflict vanaf 1546 zelfs tot burgeroorlogen.
In 1555 kwamen de afgezanten, of vertegenwoordigers, van de Duitse deelstaten samen in Augsburg, een stad in Beieren. Ze zochten naar een manier om het conflict bij te leggen en zo een einde te maken aan de godsdienstoorlogen in Duitsland. Op 25 september 1555 werd in de Godsdienstvrede van Augsburg, een religieus vredesverdrag, vastgelegd dat de twee christelijke kerken samen mochten bestaan. De vorsten en heersers konden zelf beslissen of ze bij de oude Katholieke Kerk bleven, of dat ze zich zouden verbinden met het nieuwe lutherse geloof. Dat nieuwe geloof werd in 1530 beschreven in de Augsburgse Belijdenis, de geloofsbelijdenis (geloofsovertuiging) van de Reformatie. De lutherse staten stonden vanaf toen op gelijke voet met de katholieke, maar andere religieuze groeperingen die ontstonden tijdens de Reformatie nam men niet op in het vredesverdrag. De vrijheid van godsdienst telde alleen voor de Duitse hoge standen, waaronder de vorsten en de keizerlijke steden. De onderdanen hadden de keuze om het geloof van hun vorst te volgen, of te emigreren. De Godsdienstvrede van Augsburg was het begin van een lange periode van vrede in de Duitse deelstaten, waar pas een einde aan kwam door de Dertigjarige Oorlog, die in 1618 begon.
In 1555 kwamen de afgezanten, of vertegenwoordigers, van de Duitse deelstaten samen in Augsburg, een stad in Beieren. Ze zochten naar een manier om het conflict bij te leggen en zo een einde te maken aan de godsdienstoorlogen in Duitsland. Op 25 september 1555 werd in de Godsdienstvrede van Augsburg, een religieus vredesverdrag, vastgelegd dat de twee christelijke kerken samen mochten bestaan. De vorsten en heersers konden zelf beslissen of ze bij de oude Katholieke Kerk bleven, of dat ze zich zouden verbinden met het nieuwe lutherse geloof. Dat nieuwe geloof werd in 1530 beschreven in de Augsburgse Belijdenis, de geloofsbelijdenis (geloofsovertuiging) van de Reformatie. De lutherse staten stonden vanaf toen op gelijke voet met de katholieke, maar andere religieuze groeperingen die ontstonden tijdens de Reformatie nam men niet op in het vredesverdrag. De vrijheid van godsdienst telde alleen voor de Duitse hoge standen, waaronder de vorsten en de keizerlijke steden. De onderdanen hadden de keuze om het geloof van hun vorst te volgen, of te emigreren. De Godsdienstvrede van Augsburg was het begin van een lange periode van vrede in de Duitse deelstaten, waar pas een einde aan kwam door de Dertigjarige Oorlog, die in 1618 begon.
Questions
Wat kun je leren van dit sociale experiment?
Temporal Coverage
21e eeuw
Date
25 September 1555
Spatial Coverage
Europa, Verenigd Koninkrijk
map
48.366667 / 10.9
Relation
Subject
Is Referenced By
Audience
Yes
Creator
Henning P. Jürgens