Vrede van Westfalen - Hans Heberle over het einde van de oorlog, 1650
Hans Heberle was een schoenmaker uit Neenstetten, een dorp ongeveer 20 km ten noorden van de Zuid-Duitse stad Ulm. Heberle hield tijdens en na de Dertigjarige Oorlog voor meer dan 50 jaar een dagboek bij. Daarin beschrijft hij het lijden tijdens de oorlog, maar ook de vreugde van de daaropvolgende vrede, vanuit het perspectief (kijk) van de burgerbevolking. Hij drukt zijn dankbaarheid uit aan God voor het geven van de vrede.
Uit het dagboek van Hans Heberle:
“Nu is er een volledige keizerlijke vrede gesloten, waarvoor we God terecht moeten bedanken en prijzen en de kinderen van onze kinderen zeggen dat ze moeten bidden voor een vreedzame tijd. Want waar oorlog is, is Gods straf en boosheid, is verwarring. Er is geen ondeugd (slechtheid) die niet voorkomt in tijden van oorlog: overspel (ontrouw), eten en drinken, overvallen en stelen, branden en moorden, ellende en nood, honger en verdriet, inflatie (waardevermindering van geld) en ziekte, kortom alle straffen en plagen. Daarom moeten we elke dag en elk uur om vrede vragen, want waar vrede is, is geluk. Ik heb beide meegemaakt, oorlog en vrede, en ik heb van alles gezien en meegemaakt. Ik heb waarschijnlijk de drie straffen, oorlog, inflatie en pest, honger en ellende, meegemaakt en doorstaan. Ik ben vaak in groot gevaar geweest met mijn vrouw en kinderen, ik heb meer dan 30 ontsnappingen naar Ulm gemaakt, soms in de donkere nacht, vaak in grote regen, sneeuw, kou, vaak met groot gevaar vanwege de soldaten, ik ben onderweg vaak geplunderd, ik en mijn vrouw en kinderen hebben vaak geen hap brood gehad, ik ben vaak ziek geweest in Ulm met mijn vrouw en kinderen, twee kinderen zijn gestorven in Ulm en mijn zoon Hans is daar geboren. Ik kan de ellende niet beschrijven, dus wil ik stoppen en het laten zijn.”
Het dagboek van Hans Heberle is een van de weinige teksten die ‘gewone’ mensen hebben geschreven over hun ervaringen tijdens de Dertigjarige Oorlog. Hij vertelt over de ontsnappingen met zijn familie naar de stad Ulm, hun vlucht voor de troepen, en drukt zijn dankbaarheid uit voor de Vrede van Westfalen.
Further information about the Westphalian Peace can be found at On Site, In Time.
For more information on this and other peace treaties, see
Title
Vrede van Westfalen - Hans Heberle over het einde van de oorlog, 1650
content
Hans Heberle was een schoenmaker uit Neenstetten, een dorp ongeveer 20 km ten noorden van de Zuid-Duitse stad Ulm. Heberle hield tijdens en na de Dertigjarige Oorlog voor meer dan 50 jaar een dagboek bij. Daarin beschrijft hij het lijden tijdens de oorlog, maar ook de vreugde van de daaropvolgende vrede, vanuit het perspectief (kijk) van de burgerbevolking. Hij drukt zijn dankbaarheid uit aan God voor het geven van de vrede. Uit het dagboek van Hans Heberle:
“Nu is er een volledige keizerlijke vrede gesloten, waarvoor we God terecht moeten bedanken en prijzen en de kinderen van onze kinderen zeggen dat ze moeten bidden voor een vreedzame tijd. Want waar oorlog is, is Gods straf en boosheid, is verwarring. Er is geen ondeugd (slechtheid) die niet voorkomt in tijden van oorlog: overspel (ontrouw), eten en drinken, overvallen en stelen, branden en moorden, ellende en nood, honger en verdriet, inflatie (waardevermindering van geld) en ziekte, kortom alle straffen en plagen. Daarom moeten we elke dag en elk uur om vrede vragen, want waar vrede is, is geluk. Ik heb beide meegemaakt, oorlog en vrede, en ik heb van alles gezien en meegemaakt. Ik heb waarschijnlijk de drie straffen, oorlog, inflatie en pest, honger en ellende, meegemaakt en doorstaan. Ik ben vaak in groot gevaar geweest met mijn vrouw en kinderen, ik heb meer dan 30 ontsnappingen naar Ulm gemaakt, soms in de donkere nacht, vaak in grote regen, sneeuw, kou, vaak met groot gevaar vanwege de soldaten, ik ben onderweg vaak geplunderd, ik en mijn vrouw en kinderen hebben vaak geen hap brood gehad, ik ben vaak ziek geweest in Ulm met mijn vrouw en kinderen, twee kinderen zijn gestorven in Ulm en mijn zoon Hans is daar geboren. Ik kan de ellende niet beschrijven, dus wil ik stoppen en het laten zijn.”
“Nu is er een volledige keizerlijke vrede gesloten, waarvoor we God terecht moeten bedanken en prijzen en de kinderen van onze kinderen zeggen dat ze moeten bidden voor een vreedzame tijd. Want waar oorlog is, is Gods straf en boosheid, is verwarring. Er is geen ondeugd (slechtheid) die niet voorkomt in tijden van oorlog: overspel (ontrouw), eten en drinken, overvallen en stelen, branden en moorden, ellende en nood, honger en verdriet, inflatie (waardevermindering van geld) en ziekte, kortom alle straffen en plagen. Daarom moeten we elke dag en elk uur om vrede vragen, want waar vrede is, is geluk. Ik heb beide meegemaakt, oorlog en vrede, en ik heb van alles gezien en meegemaakt. Ik heb waarschijnlijk de drie straffen, oorlog, inflatie en pest, honger en ellende, meegemaakt en doorstaan. Ik ben vaak in groot gevaar geweest met mijn vrouw en kinderen, ik heb meer dan 30 ontsnappingen naar Ulm gemaakt, soms in de donkere nacht, vaak in grote regen, sneeuw, kou, vaak met groot gevaar vanwege de soldaten, ik ben onderweg vaak geplunderd, ik en mijn vrouw en kinderen hebben vaak geen hap brood gehad, ik ben vaak ziek geweest in Ulm met mijn vrouw en kinderen, twee kinderen zijn gestorven in Ulm en mijn zoon Hans is daar geboren. Ik kan de ellende niet beschrijven, dus wil ik stoppen en het laten zijn.”
Context
Het dagboek van Hans Heberle is een van de weinige teksten die ‘gewone’ mensen hebben geschreven over hun ervaringen tijdens de Dertigjarige Oorlog. Hij vertelt over de ontsnappingen met zijn familie naar de stad Ulm, hun vlucht voor de troepen, en drukt zijn dankbaarheid uit voor de Vrede van Westfalen.
Questions
Kun je je voorstellen hoe Hans Heberle zich voelde over de Vrede van Westfalen?
Temporal Coverage
16e eeuw
Date
26 July 1650
Spatial Coverage
Europa, Duitsland
map
49.45 / 11.083333
Relation
Subject
Is Referenced By
Bibliographic Citation
Zillhardt, Gerd, Der Dreißigjährige Krieg in zeitgenössischer Darstellung : Hans Heberles Zeytregister (1618 - 1672); Aufzeichnungen aus dem Ulmer Territorium. Ein Beitrag zur Geschichtsschreibung und Geschichtsverständnis der Unterschichten (Forschungen zur Geschichte der Stadt Ulm ; 13) Stuttgart, Kohlhammer, 1975.
Audience
Yes
Creator
Henning P. Jürgens