Vrede van Westfalen - Paragraaf V Art. 2, verkort

Further information about the Westphalian Peace can be found at On Site, In Time.

Als een van de innovatieve manieren om vrede te stichten, hebben de strijdende partijen in de Vrede van Westfalen een ‘normaal jaar’ gebruikt. Tijdens de Dertigjarige Oorlog hebben vele steden en gebieden regelmatig een nieuwe heerser gehad. Afhankelijk van de militaire successen was die heerser soms een protestant, soms een katholiek. Zo kwam er natuurlijk de vraag welk geloof en welke heerschappij na de oorlog moesten gelden. Als oplossing kwamen de partijen een ‘referentiedatum’ overeen, zo werden de eigendomsvoorwaarden van 1 januari 1624 hersteld. Later omschreef men dat idee als een ‘regeling voor de vrede’. Het vredesverdrag luidt als volgt: “2 De normatieve (bindende) datum voor het herstel van religieuze zaken is 1 januari 1624. Het herstel voor alle Keurvorsten, Vorsten en Rangen van beide geloofsbelijdenissen, met inbegrip van de keizerlijke ridders en de keizerlijke steden en dorpen, zal daarom onmiddellijk plaatsvinden, zodat alles wat in de tussentijd [d.w.z. sinds 1624] is gebeurd, alle gepubliceerde en uitgevoerde vonnissen, edicten (adviezen), akkoorden, verdragen en andere wettelijke regelingen, en ook alle uitvoeringen daarvan, als nietig worden beschouwd. Alles moet worden hersteld in die toestand van dat jaar en die dag.”
Na vier jaar onderhandelen werden de verdragen van Münster en Osnabrück in oktober 1648 ondertekend en afgekondigd. De verdragen bevatten politieke regelingen voor de verschillende christelijke belijdenissen die naast elkaar bestaan in Duitsland, wat een einde maakte aan dertig jaar oorlog. Ze zorgden voor een nieuw politiek evenwicht tussen de Europese machten.