Het pact van Umar
De volgelingen van de profeet Mohammed veroverden in de zevende eeuw grote delen van Arabië en het Midden-Oosten, landen die werden bewoond door mensen met veel verschillende religies. Het Pact van Umar legt de regels vast waaronder niet-moslims zoals joden en christenen in moslimlanden mochten leven.
Het pact geldt met name voor "mensen van het boek". Dat zijn mensen wier godsdienst gebaseerd is op een heilige tekst die door een profeet of Messias is geopenbaard, zoals de joden en christenen. Zij worden dhimmi genoemd, wat 'volk van bescherming' betekent. De tekst verwijst niet naar andere religies.
Deze regels inspireerden de islamitische wetgeving. De werkelijke betekenis van het pact is echter onduidelijk en in werkelijkheid liep de manier waarop deze regels werden uitgevoerd (of niet) in de loop van de geschiedenis sterk uiteen. Soms werden ook mensen met een ander geloof op een soortgelijke manier getolereerd. Soms konden dhimmis veel rijkdom, aanzien en macht verwerven. Sommige dhimmis konden zelfs regeren als vizier of premier of gouverneur. Ze konden echter geen hoofdheerser worden, zoals sultan. Soms heerste er discriminatie.
Deze manier van tolereren kan vandaag de dag onrechtvaardig lijken. Maar in traditionele moslimrijken werden mensen met een ander geloof officieel erkend en beschermd door de wet. In het christelijke Europa van vóór de negentiende eeuw werden mensen met een ander geloof, met name moslims, meestal niet getolereerd, hoewel er uitzonderingen waren. Tegenwoordig is de situatie in moslimlanden heel anders. In sommige landen, zoals Saoedi-Arabië, is er zeer weinig godsdienstvrijheid, terwijl in andere landen godsdienstvrijheid en erkenning van religieus pluralisme bestaat, zoals in Indonesië.
De afgelopen jaren hebben politieke groeperingen ook gedebatteerd over de status van de dhimmi. Sommigen zien hen als onderdrukten, terwijl anderen hun status zien als een belangrijk voorbeeld van religieuze tolerantie van de kant van de moslims. De meeste historici beschouwen de voorschriften van het Pact van Umar als een manier om verschillende mensen te organiseren en de orde te handhaven in de multiculturele islamitische rijken.
For more information on this and other peace treaties, see
Title
content
Het pact geldt met name voor "mensen van het boek". Dat zijn mensen wier godsdienst gebaseerd is op een heilige tekst die door een profeet of Messias is geopenbaard, zoals de joden en christenen. Zij worden dhimmi genoemd, wat 'volk van bescherming' betekent. De tekst verwijst niet naar andere religies.
Deze regels inspireerden de islamitische wetgeving. De werkelijke betekenis van het pact is echter onduidelijk en in werkelijkheid liep de manier waarop deze regels werden uitgevoerd (of niet) in de loop van de geschiedenis sterk uiteen. Soms werden ook mensen met een ander geloof op een soortgelijke manier getolereerd. Soms konden dhimmis veel rijkdom, aanzien en macht verwerven. Sommige dhimmis konden zelfs regeren als vizier of premier of gouverneur. Ze konden echter geen hoofdheerser worden, zoals sultan. Soms heerste er discriminatie.
Deze manier van tolereren kan vandaag de dag onrechtvaardig lijken. Maar in traditionele moslimrijken werden mensen met een ander geloof officieel erkend en beschermd door de wet. In het christelijke Europa van vóór de negentiende eeuw werden mensen met een ander geloof, met name moslims, meestal niet getolereerd, hoewel er uitzonderingen waren. Tegenwoordig is de situatie in moslimlanden heel anders. In sommige landen, zoals Saoedi-Arabië, is er zeer weinig godsdienstvrijheid, terwijl in andere landen godsdienstvrijheid en erkenning van religieus pluralisme bestaat, zoals in Indonesië.
De afgelopen jaren hebben politieke groeperingen ook gedebatteerd over de status van de dhimmi. Sommigen zien hen als onderdrukten, terwijl anderen hun status zien als een belangrijk voorbeeld van religieuze tolerantie van de kant van de moslims. De meeste historici beschouwen de voorschriften van het Pact van Umar als een manier om verschillende mensen te organiseren en de orde te handhaven in de multiculturele islamitische rijken.