Te veel vrijheid in Izmir
For more information on this and other peace treaties, see
Title
Te veel vrijheid in Izmir
content
Het Pact van Umar vormde de basis van de religieuze diversiteit van het Ottomaanse Rijk. Niet iedereen was hier echter gelukkig mee. In 1724 schreef de katholieke missionaris Antonio di Val di Sole een brief aan zijn superieuren in Rome waarin hij zich beklaagde over de inwoners van de stad Izmir in Turkije. Hij vond dat er te veel religieuze verscheidenheid was en te weinig machtige mensen om de godsdiensten te scheiden. Hij zei dat "de vrijheid van het volk, de verscheidenheid aan godsdiensten die hier aanwezig zijn, en het ontbreken van sterke autoriteiten, allemaal omstandigheden zijn die een groot libertinisme met zich meebrengen [wat betekent dat de mensen deden wat ze wilden]". Di Val di Sole meende dat de omvang van deze godsdienstvrijheid zeer negatief was. Hij vreesde dat het "de betekenis, het bijgeloof en de handelingen die onmiddellijk in strijd zijn met de zuiverheid van ons heilig geloof" zou ondersteunen
Description
Deze 'clipping' biedt een negatieve kijk op de mate van tolerantie in Izmir.
Context
Het pact of verbond van Umar bepaalde de regels waaronder niet-moslims zoals joden en christenen in moslimlanden mochten leven. De volgelingen van Mohammed hadden in de zevende eeuw grote delen van Arabië en het Midden-Oosten veroverd, landen waar veel verschillende godsdiensten woonden. Van deze godsdiensten genoten de joden en christenen een speciale status, omdat zij werden beschouwd als "mensen van het boek", vergelijkbaar met de moslims. Alle drie de godsdiensten baseerden zich op een heilige tekst die door een profeet of Messias was geopenbaard. Hoewel niemand het zeker weet, werden de regels voor niet-moslims waarschijnlijk vastgesteld door kalief Umar I, die regeerde van 634 tot 644. Een van de belangrijkste wetten was dat christenen en joden een speciale belasting, Jizya genaamd, moesten betalen aan de moslimregering. In ruil daarvoor kregen zij de status van Dhimmi, wat 'volk van bescherming' betekent. In de eeuwen daarna debatteerden veel moslimheersers en juristen over de precieze betekenis van het Pact van Umar en over de precieze regels die golden voor de Dhimmi in hun land. Interessant is dat veel van de bronnen waarover wij beschikken, getuigen dat de christenen en de joden zichzelf deze regels oplegden. In brieven aan Umar en aan een van zijn commandanten staat bijvoorbeeld dat zij de bescherming van de kalief zochten: "Toen u [Umar] naar ons [de christenen] kwam, vroegen wij u veiligheid voor ons leven, onze families en onze bezittingen, en de mensen van onze religie op deze voorwaarden. Die voorwaarden betroffen vooral respect van de christenen voor de moslims en het islamitische geloof, en een belofte om volgelingen van de islam niet te hinderen. De afgelopen jaren hebben politieke groeperingen ook gedebatteerd over de status van de Dhimmi. Sommigen zien hen als onderdrukten, terwijl anderen hun status zien als een belangrijk voorbeeld van religieuze tolerantie van de moslims.
Questions
Denk je dat di Val di Sole gelijk had? Kan religieuze diversiteit je eigen religie bedreigen?
Temporal Coverage
18de eeuw
Spatial Coverage
Moslimwereld
map
+38.42 / +27.14
Subject
Is Referenced By
Bibliographic Citation
Filomena Viviana Tagliaferri, Tolerance re-shaped in the early-modern Mediterranean borderlands. Travellers, missionaries and proto-journalists (1683-1724)’, Routledge: Abingdon, New York, 2018, 153.
Audience
Yes
Creator
Bram De Ridder