Tolerante bouwregels
For more information on this and other peace treaties, see
Title
Tolerante bouwregels
content
Veel van de voorschriften voor christenen die worden toegeschreven aan kalief Umar I hebben betrekking op respect voor het islamitische geloof. In de door de moslims veroverde landen moesten aanhangers van andere religies zich aanpassen. Op basis van Umar's regels mochten christenen bijvoorbeeld niet luid zingen of kerkklokken luiden. Ze mochten ook niet samenkomen in islamitische delen van steden, en er mochten geen kruizen worden geplaatst op kerken, wegen of markten. Het huis van een christen mocht ook niet hoger zijn dan dat van een moslim. Toch gingen moslimadvocaten in discussie over veel van deze regels. Het was bijvoorbeeld technisch verboden om nieuwe kerken of kapellen te bouwen, maar sommige juristen betoogden dat dit wel mocht als het oude gebouw onherstelbaar beschadigd was. In andere gevallen maakten de heersers uitzonderingen en stonden ze christenen toe gloednieuwe religieuze gebouwen te bouwen. De kerk op de afbeelding was zo'n elfde-eeuwse uitzondering uit Jeruzalem.
Description
Deze 'clipping' bespreekt de bouwvoorschriften van Umar.
Context
Het pact of verbond van Umar bepaalde de regels waaronder niet-moslims zoals joden en christenen in moslimlanden mochten leven. De volgelingen van Mohammed hadden in de zevende eeuw grote delen van Arabië en het Midden-Oosten veroverd, landen waar veel verschillende godsdiensten woonden. Van deze godsdiensten genoten de joden en christenen een speciale status, omdat zij werden beschouwd als "mensen van het boek", vergelijkbaar met de moslims. Alle drie de godsdiensten baseerden zich op een heilige tekst die door een profeet of Messias was geopenbaard. Hoewel niemand het zeker weet, werden de regels voor niet-moslims waarschijnlijk vastgesteld door kalief Umar I, die regeerde van 634 tot 644. Een van de belangrijkste wetten was dat christenen en joden een speciale belasting, Jizya genaamd, moesten betalen aan de moslimregering. In ruil daarvoor kregen zij de status van Dhimmi, wat 'volk van bescherming' betekent. In de eeuwen daarna debatteerden veel moslimheersers en juristen over de precieze betekenis van het Pact van Umar en over de precieze regels die golden voor de Dhimmi in hun land. Interessant is dat veel van de bronnen waarover wij beschikken, getuigen dat de christenen en de joden zichzelf deze regels oplegden. In brieven aan Umar en aan een van zijn commandanten staat bijvoorbeeld dat zij de bescherming van de kalief zochten: "Toen u [Umar] naar ons [de christenen] kwam, vroegen wij u veiligheid voor ons leven, onze families en onze bezittingen, en de mensen van onze religie op deze voorwaarden. Die voorwaarden betroffen vooral respect van de christenen voor de moslims en het islamitische geloof, en een belofte om volgelingen van de islam niet te hinderen. De afgelopen jaren hebben politieke groeperingen ook gedebatteerd over de status van de Dhimmi. Sommigen zien hen als onderdrukten, terwijl anderen hun status zien als een belangrijk voorbeeld van religieuze tolerantie van de moslims.
Questions
Moeten regels voor andere religies altijd strikt worden toegepast, of is het tolerant om sommige ervan te negeren?
Temporal Coverage
7de eeuw
Spatial Coverage
Turkije, Syrië
map
+31.7833333333333 / +35.2166666666667
Subject
Is Referenced By
Bibliographic Citation
A.S. Tritton, The caliphs and their non-muslim subjects: a critical study of the covenant of 'Umar, London: Cas, 1970.
Audience
Yes
Creator
Bram De Ridder